Oudjaar in Thailand. Ik zal eens vertellen hoe wij dat ´s meemaakten. Oudjaar 2002/ 2003. Wij waren s´ochtends 31 december aangekomen op BKK airport en zouden maar 3 dagen in Bangkok blijven. We hadden er niet speciaal voor gekozen om met oudjaar in Thailand te zijn maar het kwam simpelweg met vakantiedagen zo het beste uit. Familie in het Noorden van Thailand vieren oud en nieuw niet en wij zouden eerst wat bezienswaardigheden in BKK bezichtigen voordat we naar hen zouden gaan. Oud en nieuw zaten daar gewoon simpel tussen. Het voornemen was om er een rustig dagje van te maken om de reis wat uit de benen te krijgen. Maar als rechtgeaarde Nederlanders wilde we oud en nieuw niet zomaar op de hotelkamer doorbrengen. Tijdens de transfer vliegveld hotel ontmoette we een Nederlands stel en het “klikte” na wat wetenswaardigheden uitgewisseld te hebben kwam het gesprek op het onderwerp; zullen we vanavond oud en nieuw samen wat gaan doen? Zij wilde een dinercruise gaan doen. Ik had daar reeds eerder over gelezen en dat express niet met mijn partner besproken want ik wist dat dat met enthousiasme ontvangen zou worden. En ja hoor… ik kwam er dus niet onderuit. Het viel allemaal wel mee maar erg enthousiast zal ik nooit worden van dat soort uitjes. Ik wil er niet veel woorden aan vuil maken maar het eten was behoorlijk matig van kwaliteit maar het uitzicht fantastisch. En het gezelschap maakte alles goed zal ik maar zeggen. Maar het was reeds vroeg afgelopen omstreeks 22.30 en het voor ons Nederlanders speciale 00.00 uur nog niet aangebroken! Dus er moest nog iets gebeuren. Ik had op één of ander Thailandclubje (noem geen namen) gelezen dat er in de buurt van het World Trade Center een aardig gelegenheidje was waar een bandje speelde en waar je leuk van een drankje zou kunnen genieten. Dat was wat ik me dus ook voorstelde. Ik hoef niet zoveel poespas, ik wil gewoon wat zitten drinken, ouwehoeren en beetje rondkijken. Dus wij in een taxi en richting WTC. De chauffeur begon al te mekkeren dat hij er waarschijnlijk niet zou kunnen komen maar hij zou zijn best doen. (dus ik was gewaarschuwd maar besefte niks) Op een gegeven moment komen we in een entourage van een hoop Thaise mensen op straat, natuurlijk eetstalletjes er bij en de chauffeur kon niet meer verder, dus we zouden wel in de buurt zijn…… Ik had nog steeds het idee van terrasje, muziekje, biertje enz. enz. Er was een hoop volk op straat en dat liep allemaal één richting uit, dus het zou daar heel gezellig zijn (Thaise logica). Die gezelligheid werd natuurlijk versterkt met allerlei kraampjes waar van alles werd verkocht maar natuurlijk vooral eten (bier? nergens). Wij liepen maar wat mee met alle mensen, er zou tenslotte wat te doen zijn (?) maar echt duidelijk was het niet waar al die mensen naar toe gingen. Maar van minuut tot minuut werd het drukker en drukker en het werden er nog veel meer dan een hoop mensen. Langzaam aan werden we ingesloten in één grote mensenmassa en konden we niet voor of achteruit. Dit was dus niet onze bedoeling! (en vooral de mijne niet) toen we beseften dat we in een grote zee van mensen waren opgeslokt konden we geen stap meer verder en stonden we vast. Echt letterlijk vast, man tegen man, vrouw tegen vrouw en alles daartussenin maar niet meer op een leuke mannier. De massa deinde als golven heen en weer, lopen was onmogelijk. En, dat was nog het ergste de eetstalletjes waren er nog steeds. Dus één grote dringende mensenmassa en daar tussen kokende ketels, barbecues, gastanks enz. Ik kan niet zeggen dat het zweet ons uitbrak want we waren al tot op de draad doorweekt. Ik ben al niet dol op hopen mensen maar dit was een bijzonder angstige ervaring. Ik wist dat ik maar twee dingen kon doen; proberen zo rustig mogelijk te blijven (en hopen op het beste) en mijn partner in de gaten houden (die wil ik nl. graag houden). Ook onze medelanders waren vervuld van angst maar besefte ook dat paniek het alleen maar erger zou maken. Alle Thais om ons heen vonden het feestje erg sanuk, er waren tenslotte veel mensen! Er waren weinig falangs maar de witte gezichtjes die we zagen hadden dezelfde blik als de onze; als er hier nu iets gebeurt.,.,.,.,.,.,
Ineens was het 00.00 dit werd luid en duidelijk afgeteld en een luid gejuich ging op. Wij hebben elkaar betraand omhelsd, er was verder toch geen ruimte, we vielen elkaar automatisch in de armen. Op de één of de andere mannier zijn we er uit gekomen. Het was één van de angstigste ervaringen die ik ooit heb meegemaakt terwijl ik niet zo´n bangig typje ben. De avond had niet gebracht wat we er van hadden verwacht en ik ging behoorlijk nuchter naar m´n bedje maar het is wel een ervaring die we nooit meer zullen vergeten!
Ik weet niet of ik dit “avontuur” jullie heb kunnen beschrijven, maar ik gun jullie allemaal een heel fijn oud en nieuw, waar dan ook in de wereld en ook in Thailand. Ik blijf dit jaar op de bank met bier en vrouw, oliebollen en honden, ik weet zeker, ik voel me dan héél gelukkig (lichtelijk jaloers op de Thailandgangers).
Op deze website schrijven de hondjes van de bakker hun avonturen. Neem niet alles even serieus! Het leven is een lachertje, toch?
donderdag 31 december 2009
dinsdag 1 december 2009
De geesten van de gele bladeren
Ik ben geïnteresseerd in Thailand en omdat ik ook graag lees probeer ik natuurlijk boeken te vinden over mijn favoriete onderwerp. Omdat ik me jammer genoeg uit onkunde beperk tot de Nederlandse taal ben ik snel uitgelezen. Mijn favoriete schrijver over Thailand is Hans Werner, zijn boek de kleine groene Boeddha geeft mijns inziens het Thaise leven het beste weer.
Een tijdje geleden heb ik echter een parel van een boek gevonden m.b.t. het onderwerp Thailand: De geesten van de gele bladeren van Hugo Adolf Bernatzik. Ik heb dit boek met buitengewoon veel plezier gelezen. De oorspronkelijke uitgave is verschenen onder de titel “Die Geister der gelben Blätter”. En in 1938 is de Nederlandse vertaling verschenen. Het is alleen nog in de tweedehandsboekenwinkel te vinden. Mijn exemplaar heb ik op marktplaats gevonden. Natuurlijk helemaal vergeelt maar nog in goede staat, natuurlijk ouderwets degelijk gebonden. Het boek bevat ook een aantal mooie, oude foto’s. Omdat het een oud boek is, is het Nederlands ook wat van de oude soort, maar ik vond het toch goed te lezen.
Bernatzik was een etnoloog en het moge duidelijk zijn dat dit beroep wat hij voor en in de 2e wereldoorlog heeft uitgeoefend na de oorlog tot discussie heeft geleid. Er is een Nederlandstalig proefschrift verschenen waarin wat mij betreft zijn onschuld is bewezen. Verder krijg ik de indruk uit het boek, waarin ook persoonlijke “momenten” worden beschreven, dat we hier te doen hebben met een geëmancipeerd mens met een brede visie. Die zich niet de kortzichtige houding en beperkte blik toeeigent van de “Übermensch”.
Bernatzik heeft samen met zijn vrouw in 1937/ 1938 een expeditie ondernomen naar het Zuid-Oost Azië. Het doel was de oorspronkelijke bevolking te leren kennen, primitieve jagers/ verzamelaars te zoeken en te bestuderen en de roofbouw bedrijvende bergstammen te bestuderen. In het boek beschrijft hij deze expeditie. In eerste instantie bezoekt hij Zuid-Birma m.n. de Mergoei-Archipel, hij zoekt de zeenomaden en de Moken. In dit eerste deel is zijn expeditie niet geheel succesvol en hij vind niet exact wat hij dacht te vinden.
Het tweede deel vind ik persoonlijk het mooiste. Hij beschrijft mooi zijn zoektocht naar de Phi Tong Loeang, duidelijk is dat dit de “slagroom” van zijn expeditie is en het valt niet mee deze moeilijk bereikbare stam te vinden. Zijn zoektocht verloopt natuurlijk niet vlotjes zoals we ons allemaal wel kunnen voorstellen in het ongeorganiseerde Thailand. Natuurlijk wordt hij “geholpen” door allerlei onduidelijke figuren die hen voor een spotprijs de goede weg wijzen. Het is mooi om te lezen enerzijds omdat we hierin de commerciële aard van de (Chinese) Thai hierin herkennen, anderzijds is het Thailand uit die tijd nog heel wat “ongebaander” dan wat wij nu kennen. Als hij eindelijk de stam van de Gele Bladeren vindt, beschrijft hij zijn antroposofisch onderzoek naar deze primitieve mens, wat natuurlijk een bijzonder inzicht geeft in onze mens uit het stenen tijdperk.
Wat mij het meest aanspreekt in het boek:
Bernatzik is voor zijn tijd een geëmancipeerd mens, hij ziet zijn vrouw als zijn gelijke, roemt haar bijdrage aan de expeditie en het boek en ziet haar inzichten als een aanvulling op de zijne.
In het boek beschrijft hij de destructieve invloed van missionarissen. Dat ik ook, gezien zijn tijd bijzonder vind en bijzonder kan beamen.
Verder is alles tussen de regels door erg mooi geschreven omdat al de eigenaardigheden van de Thai en de daarmee samenhangende ongemakkelijkheden die wij zelf ook in Thailand kunnen ondervinden zeer herkenbaar zijn. Natuurlijk is het boek doorspekt met anekdotes van animistische rituelen.
Een tijdje geleden heb ik echter een parel van een boek gevonden m.b.t. het onderwerp Thailand: De geesten van de gele bladeren van Hugo Adolf Bernatzik. Ik heb dit boek met buitengewoon veel plezier gelezen. De oorspronkelijke uitgave is verschenen onder de titel “Die Geister der gelben Blätter”. En in 1938 is de Nederlandse vertaling verschenen. Het is alleen nog in de tweedehandsboekenwinkel te vinden. Mijn exemplaar heb ik op marktplaats gevonden. Natuurlijk helemaal vergeelt maar nog in goede staat, natuurlijk ouderwets degelijk gebonden. Het boek bevat ook een aantal mooie, oude foto’s. Omdat het een oud boek is, is het Nederlands ook wat van de oude soort, maar ik vond het toch goed te lezen.
Bernatzik was een etnoloog en het moge duidelijk zijn dat dit beroep wat hij voor en in de 2e wereldoorlog heeft uitgeoefend na de oorlog tot discussie heeft geleid. Er is een Nederlandstalig proefschrift verschenen waarin wat mij betreft zijn onschuld is bewezen. Verder krijg ik de indruk uit het boek, waarin ook persoonlijke “momenten” worden beschreven, dat we hier te doen hebben met een geëmancipeerd mens met een brede visie. Die zich niet de kortzichtige houding en beperkte blik toeeigent van de “Übermensch”.
Bernatzik heeft samen met zijn vrouw in 1937/ 1938 een expeditie ondernomen naar het Zuid-Oost Azië. Het doel was de oorspronkelijke bevolking te leren kennen, primitieve jagers/ verzamelaars te zoeken en te bestuderen en de roofbouw bedrijvende bergstammen te bestuderen. In het boek beschrijft hij deze expeditie. In eerste instantie bezoekt hij Zuid-Birma m.n. de Mergoei-Archipel, hij zoekt de zeenomaden en de Moken. In dit eerste deel is zijn expeditie niet geheel succesvol en hij vind niet exact wat hij dacht te vinden.
Het tweede deel vind ik persoonlijk het mooiste. Hij beschrijft mooi zijn zoektocht naar de Phi Tong Loeang, duidelijk is dat dit de “slagroom” van zijn expeditie is en het valt niet mee deze moeilijk bereikbare stam te vinden. Zijn zoektocht verloopt natuurlijk niet vlotjes zoals we ons allemaal wel kunnen voorstellen in het ongeorganiseerde Thailand. Natuurlijk wordt hij “geholpen” door allerlei onduidelijke figuren die hen voor een spotprijs de goede weg wijzen. Het is mooi om te lezen enerzijds omdat we hierin de commerciële aard van de (Chinese) Thai hierin herkennen, anderzijds is het Thailand uit die tijd nog heel wat “ongebaander” dan wat wij nu kennen. Als hij eindelijk de stam van de Gele Bladeren vindt, beschrijft hij zijn antroposofisch onderzoek naar deze primitieve mens, wat natuurlijk een bijzonder inzicht geeft in onze mens uit het stenen tijdperk.
Wat mij het meest aanspreekt in het boek:
Bernatzik is voor zijn tijd een geëmancipeerd mens, hij ziet zijn vrouw als zijn gelijke, roemt haar bijdrage aan de expeditie en het boek en ziet haar inzichten als een aanvulling op de zijne.
In het boek beschrijft hij de destructieve invloed van missionarissen. Dat ik ook, gezien zijn tijd bijzonder vind en bijzonder kan beamen.
Verder is alles tussen de regels door erg mooi geschreven omdat al de eigenaardigheden van de Thai en de daarmee samenhangende ongemakkelijkheden die wij zelf ook in Thailand kunnen ondervinden zeer herkenbaar zijn. Natuurlijk is het boek doorspekt met anekdotes van animistische rituelen.
Abonneren op:
Posts (Atom)